Bron
Op 24 september 1838 houden de Chartisten, een Engelse beweging voor algemeen kiesrecht, een massabijeenkomst in de buurt van Manchester. Eén van hun leiders, Joseph Rayner Stephens, houdt een toespraak. Het tijdschrift van de Chartisten schrijft daarover
Het grondbeginsel (…) waarvoor de spreker het woord voert, is het beginsel dat het recht erkent van iedere man om zijn huis te hebben en zijn vrouw en kinderen, met dezelfde zekerheid als elke andere man. Het vraagstuk van het algemeen kiesrecht is, als het er op aan komt, een mes en vork kwestie; het vraagstuk is een brood en kaas kwestie (…). Als iemand de spreker vraagt wat hij onder algemeen kiesrecht verstaat, dan zal hij antwoorden: dat iedere man in het land het recht heeft om een goede jas om zijn lijf te hebben, een comfortabel onderkomen als onderdak voor zichzelf en zijn familie, een goede maaltijd op tafel en niet meer werk dan nodig is om er gezond bij te blijven en zoveel loon voor dat werk dat het ruimschoots genoeg is en hem in staat stelt om alle zegeningen van het leven te genieten die een redelijk mens kan wensen. (Stormachtige toejuichingen).
Gebruik de bron
De spreker op de bijeenkomst van de Chartisten legt een verband tussen twee kenmerkende aspecten van de negentiende eeuw.
3p Noem beide kenmerkende aspecten en geef aan wat volgens de spreker het verband tussen beide is.
Antwoord
Voor drie punten moeten twee kenmerkende aspecten worden genoemd, die met de bron te maken hebben én vervolgens moet er een verband tussen beide KA worden gemaakt.
DUS:
De twee KA’s: ‘de voortschrijdende democratisering’ en ‘de opkomst van de emancipatiebewegingen’, want de bron gaat over de strijd voor algemeen kiesrecht én over de rechten van de gewone man.
Het verband tussen beide KA’s: Volgens de schrijver is de emancipatie van de gewone man (de arbeiders) alleen mogelijk als er sprake is van algemeen kiesrecht. Alleen als gewone mannen ook mogen stemmen, zal het lot van de gewone mannen verbeteren.
Op 24 september 1838 houden de Chartisten, een Engelse beweging voor algemeen kiesrecht, een massabijeenkomst in de buurt van Manchester. Eén van hun leiders, Joseph Rayner Stephens, houdt een toespraak. Het tijdschrift van de Chartisten schrijft daarover
Het grondbeginsel (…) waarvoor de spreker het woord voert, is het beginsel dat het recht erkent van iedere man om zijn huis te hebben en zijn vrouw en kinderen, met dezelfde zekerheid als elke andere man. Het vraagstuk van het algemeen kiesrecht is, als het er op aan komt, een mes en vork kwestie; het vraagstuk is een brood en kaas kwestie (…). Als iemand de spreker vraagt wat hij onder algemeen kiesrecht verstaat, dan zal hij antwoorden: dat iedere man in het land het recht heeft om een goede jas om zijn lijf te hebben, een comfortabel onderkomen als onderdak voor zichzelf en zijn familie, een goede maaltijd op tafel en niet meer werk dan nodig is om er gezond bij te blijven en zoveel loon voor dat werk dat het ruimschoots genoeg is en hem in staat stelt om alle zegeningen van het leven te genieten die een redelijk mens kan wensen. (Stormachtige toejuichingen).
Gebruik de bron
De spreker op de bijeenkomst van de Chartisten legt een verband tussen twee kenmerkende aspecten van de negentiende eeuw.
3p Noem beide kenmerkende aspecten en geef aan wat volgens de spreker het verband tussen beide is.
Antwoord
Voor drie punten moeten twee kenmerkende aspecten worden genoemd, die met de bron te maken hebben én vervolgens moet er een verband tussen beide KA worden gemaakt.
DUS:
De twee KA’s: ‘de voortschrijdende democratisering’ en ‘de opkomst van de emancipatiebewegingen’, want de bron gaat over de strijd voor algemeen kiesrecht én over de rechten van de gewone man.
Het verband tussen beide KA’s: Volgens de schrijver is de emancipatie van de gewone man (de arbeiders) alleen mogelijk als er sprake is van algemeen kiesrecht. Alleen als gewone mannen ook mogen stemmen, zal het lot van de gewone mannen verbeteren.