In de late middeleeuwen kwam het vaak voor dat een vorst, na zijn troonsbestijging, met een feestelijke intocht werd verwelkomd door de burgers van een stad in zijn rijk. Bij zulke intochten legden de burgers een eed van trouw af aan de vorst. Op zijn beurt beloofde de vorst plechtig de rechten en privileges van de burgers te zullen respecteren.
3p Leg uit dat dit soort intochten passen bij twee kenmerkende aspecten uit de late middeleeuwen, maar ook aansluiten bij het
feodalisme uit de vroege middeleeuwen.
Antwoord
Om drie punten te krijgen, moet je twee KA noemen én koppelen aan de intochten en vervolgens uitleggen wat deze intochten en feodalisme met elkaar te maken hebben.
DUS
De intocht past bij KA: Opkomst van de stedelijke burgerij en toenemende zelfstandigheid van de steden, want de koning belooft de rechten en plichten van de burgers te respecteren (dus respecteert hun zelfstandigheid)
De intocht past bij KA: Het begin van staatsvorming en centralisatie, want de vorst wordt feestelijk binnengehaald en gehuldigd als de belangrijkste (=centrale) man van het rijk.
De intocht past ook bij het feodalisme, want kenmerkend voor het feodalisme is de persoonlijke trouwrelatie tussen vorst en vazal (tussen leenheer en leenman); in de bron zie je die eed van trouw terug, maar nu tussen stedelingen en hun vorst.
3p Leg uit dat dit soort intochten passen bij twee kenmerkende aspecten uit de late middeleeuwen, maar ook aansluiten bij het
feodalisme uit de vroege middeleeuwen.
Antwoord
Om drie punten te krijgen, moet je twee KA noemen én koppelen aan de intochten en vervolgens uitleggen wat deze intochten en feodalisme met elkaar te maken hebben.
DUS
De intocht past bij KA: Opkomst van de stedelijke burgerij en toenemende zelfstandigheid van de steden, want de koning belooft de rechten en plichten van de burgers te respecteren (dus respecteert hun zelfstandigheid)
De intocht past bij KA: Het begin van staatsvorming en centralisatie, want de vorst wordt feestelijk binnengehaald en gehuldigd als de belangrijkste (=centrale) man van het rijk.
De intocht past ook bij het feodalisme, want kenmerkend voor het feodalisme is de persoonlijke trouwrelatie tussen vorst en vazal (tussen leenheer en leenman); in de bron zie je die eed van trouw terug, maar nu tussen stedelingen en hun vorst.