KA37: De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie
KA38: Het in praktijk brengen van totalitaire ideologieen communisme en fascisme/nationaal-socialisme
Na de Eerste Wereldoorlog werden de ideologieën van het communisme, fascisme en nationaalsocialisme in praktijk gebracht in de Sovjet-Unie, Italië en Duitsland. In deze totalitaire staten wilde de overheid een totale controle van de maatschappij, inclusief het denken en doen van alle mensen. Kenmerkend voor het systeem waren brute onderdrukking en verheerlijking van de leider.
|
|
KA39: De crisis van het wereldkapitalisme
De jaren 1920 waren een tijd van optimisme, bloeiend kapitalisme en een groeiende de wereldeconomie, maar in 1929 ontstond in de VS een economische crisis. Door de internationale economische banden liep deze in veel landen uit op een langdurige en diepe depressie met massale werkloosheid en armoede. In een aantal landen reageerden regeringen op de crisis door te bezuinigen op hun uitgaven. Andere regeringen bestreden de crisis door in te grijpen in de economie, zoals het met geld scheppen van werkgelegenheid.
|
|
KA40: Het voeren van twee wereldoorlogen
Oorzaken van de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) waren het nationalisme, militarisme en de wapenwedloop in de voorafgaande jaren. Duitsland en Oostenrijk (de centralen) bestreden GrootBrittannië, Frankrijk, Rusland en de VS (de geallieerden). Door de langdurige loopgravenoorlog en het gebruik van moderne wapens kwamen negen miljoen soldaten om. Bij de Vrede van Versailles werd Duitsland zwaar gestraft. Het verloor grondgebied en al zijn kolonies en kreeg hoge herstelbetalingen opgelegd.
De Tweede Wereldoorlog (1939-1945) werd in Europa veroorzaakt door Hitler, die de bepalingen van de Vrede van Versailles ongedaan wilde maken. Na de Duitse opmars en veroveringen in heel Europa werden de Duitse troepen teruggedrongen door de geallieerde legers van Groot-Brittannië, de Sovjet-Unie en de VS. Na de Japanse opmars en veroveringen in Azië werden de Japanse legers teruggedrongen door de VS. In de Tweede Wereldoorlog kwamen 27 miljoen soldaten om |
|
KA41: Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden
De nazi’s hingen een nieuw racistisch antisemitisme aan. Ze wakkerden het eeuwen oude antisemitisme in Duitsland aan. Na de machtsovername van Hitler in 1933 werden joden systematisch getreiterd en gediscrimineerd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog besloten de nazi's om alle joden in Europa te vermoorden. Joden werden verzameld in wijken en kampen en werden afgevoerd naar vernietigingskampen in Polen. Tijdens de Holocaust werden zes miljoen joden vermoord. Ook Roma en Sinti werden vervolgd en massaal vermoord.
|
|
KA42: De Duitse bezetting van Nederland
Tijdens de Duitse bezetting van Nederland (1940-1945) werd het leven onder de nazidictatuur steeds moeilijker. Van de Nederlanders collaboreerde een klein deel met de bezetters; een klein deel kwam actief in verzet. De meeste Nederlanders pasten zich voortdurend aan de nieuwe omstandigheden aan. Terwijl de nazi's steeds harder optraden, werden de anti-Duitse gevoelens sterker. Van de 160 000 joodse Nederlanders werden er meer dan 100 000 door de nazi's vermoord.
|
|
KA43: Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden aan het thuisfront vrouwen en ouderen ingezet om de productie op gang te houden. In frontgebieden richtten soldaten met moderne wapens ongekende verwoestingen aan. Door de oorlog stierven een miljoen burgers. De Tweede Wereldoorlog was nog meer een totale oorlog dan de Eerste. Soldaten begingen veel wreedheden en richtten met massavernietigingswapens nog grotere verwoestingen aan. Door deze oorlog stierven ruim 25 miljoen burgers, iets meer dan de helft van het totale aantal slachtoffers.
|
|
KA44: Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme
Vanaf begin 20e eeuw groeide in de kolonies in Azië het verzet tegen het westerse imperialisme en de koloniale bezetting. Het nationalisme groeide mede door het onderwijs en werd versterkt tijdens de wereldoorlogen, waarin het Westen soldaten uit kolonies nodig hadden. Na de oorlog dwongen Indiase nationalisten olv Gandhi met hun non-coöperatie de Britten tot onderhandelingen. In Nederlands-Indië werd het verzet geleid door Soekarno, in Vietnam was Ho Chi Minh de leider van het verzet.
|
|