n 1768 zei het hoofd van de Oneida-stam, een stam die in het noordoosten van Noord-Amerika leefde: "Als onze jonge mannen willen gaan jagen op wilde beesten, dan staan overal hekken, waardoor ze erg vermoeid raken. Ook kunnen ze geen hertenvlees meer eten, of schors vinden om hutten te bouwen. De herten zijn vertrokken en de bomen zijn omgehakt".
2p Leg uit welke ontwikkeling de veranderingen die het stamhoofd noemde veroorzaakte.
Antwoord
Voor twee punten moet je een ontwikkeling noemen en de gevolgen hiervan (die in de begeleidende tekst staan) benoemen.
DUS
De ontwikkeling is het ontstaan van vestigingskoloniën, want daardoor bakenen de Engelse kolonisten hun vestigingen af met hekken, waardoor de herten vertrekken en de bomen worden omgehakt, en waardoor de Oneida-stam gedwongen is te vertrekken.
2p Leg uit welke ontwikkeling de veranderingen die het stamhoofd noemde veroorzaakte.
Antwoord
Voor twee punten moet je een ontwikkeling noemen en de gevolgen hiervan (die in de begeleidende tekst staan) benoemen.
DUS
De ontwikkeling is het ontstaan van vestigingskoloniën, want daardoor bakenen de Engelse kolonisten hun vestigingen af met hekken, waardoor de herten vertrekken en de bomen worden omgehakt, en waardoor de Oneida-stam gedwongen is te vertrekken.