Bron 1 Fragment uit De Geschiedenis van de Franken, tussen 573 en 591 geschreven door bisschop Gregorius van Tours, een van de machtigste mannen van zijn tijd. In het fragment beschrijft hij de bekering van koning Clovis in 496:
De koningin liet de heilige Remigius (de bisschop van Reims) in het geheim bij zich komen. Ze smeekte hem het woord van de verlossing aan de koning over te brengen. De bisschop verzocht Clovis om een persoonlijk onderhoud en drong er bij hem op aan in de ware God, de schepper van hemel en aarde, te geloven en zijn eigen afgoden op te geven (…). De koning antwoordde: "Ik heb u bereidwillig aangehoord, heilige vader. Er blijft echter een probleem. Het volk onder mijn bevel zal niet bereid zijn de oude goden op te geven. Toch zal ik naar mijn mensen toegaan en overbrengen wat u mij zojuist hebt verteld." Clovis organiseerde een bijeenkomst, maar door tussenkomst van de goddelijke macht riep heel het volk, nog voordat de koning zijn mond kon opendoen, eensgezind uit: "We zullen onze sterfelijke goden verwerpen, vrome koning, en zijn bereid de onsterfelijke God waarover Remigius preekt te volgen." Het nieuws bereikte de bisschop. Hij was zeer verheugd en beval dat de doopvont klaar moest worden gemaakt.
Bron 2 In 602 vaardigt koning Ethelbert van Kent in Engeland een wet uit. Enkele jaren voordat deze wet wordt opgesteld, heeft een christelijke missie uit Rome Engeland bereikt. Een fragment uit deze wet:
Schade toegebracht aan het bezit van God en de Kerk moet twaalfvoudig worden gecompenseerd; aan het bezit van een bisschop elfvoudig; aan het bezit van een priester negenvoudig; aan dat van een diaken zesvoudig; aan dat van een gewone geestelijke drievoudig. Verstoring van de vrede in een kerk moet tweevoudig worden vergoed; verstoring van een bijeenkomst ook tweevoudig.
Gebruik bron 1 en 2
Missionarissen die Europa willen kerstenen, zoeken vaak de koning van een gebied op om hem te bekeren.
2p Ontleen hiervoor uit elk van beide bronnen een verschillend motief.
Opdracht 34
Motief in bron 1: een koning heeft een goede status / veel aanzien, en dus zullen onderdanen de koning volgen als deze een nieuw geloof aanneemt.
Motief in bron 2: koningen hebben veel macht, omdat zij wetten kunnen uitvaardigen, en dus geeft de bekering van een koning de missionarissen bescherming.
De koningin liet de heilige Remigius (de bisschop van Reims) in het geheim bij zich komen. Ze smeekte hem het woord van de verlossing aan de koning over te brengen. De bisschop verzocht Clovis om een persoonlijk onderhoud en drong er bij hem op aan in de ware God, de schepper van hemel en aarde, te geloven en zijn eigen afgoden op te geven (…). De koning antwoordde: "Ik heb u bereidwillig aangehoord, heilige vader. Er blijft echter een probleem. Het volk onder mijn bevel zal niet bereid zijn de oude goden op te geven. Toch zal ik naar mijn mensen toegaan en overbrengen wat u mij zojuist hebt verteld." Clovis organiseerde een bijeenkomst, maar door tussenkomst van de goddelijke macht riep heel het volk, nog voordat de koning zijn mond kon opendoen, eensgezind uit: "We zullen onze sterfelijke goden verwerpen, vrome koning, en zijn bereid de onsterfelijke God waarover Remigius preekt te volgen." Het nieuws bereikte de bisschop. Hij was zeer verheugd en beval dat de doopvont klaar moest worden gemaakt.
Bron 2 In 602 vaardigt koning Ethelbert van Kent in Engeland een wet uit. Enkele jaren voordat deze wet wordt opgesteld, heeft een christelijke missie uit Rome Engeland bereikt. Een fragment uit deze wet:
Schade toegebracht aan het bezit van God en de Kerk moet twaalfvoudig worden gecompenseerd; aan het bezit van een bisschop elfvoudig; aan het bezit van een priester negenvoudig; aan dat van een diaken zesvoudig; aan dat van een gewone geestelijke drievoudig. Verstoring van de vrede in een kerk moet tweevoudig worden vergoed; verstoring van een bijeenkomst ook tweevoudig.
Gebruik bron 1 en 2
Missionarissen die Europa willen kerstenen, zoeken vaak de koning van een gebied op om hem te bekeren.
2p Ontleen hiervoor uit elk van beide bronnen een verschillend motief.
Opdracht 34
Motief in bron 1: een koning heeft een goede status / veel aanzien, en dus zullen onderdanen de koning volgen als deze een nieuw geloof aanneemt.
Motief in bron 2: koningen hebben veel macht, omdat zij wetten kunnen uitvaardigen, en dus geeft de bekering van een koning de missionarissen bescherming.